De inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van Gaast, geschreven op de middag van 4 februari 1916, vertelt het verhaal van de heldhaftige bemanning van de sleepboot “Voorwaarts”. Onder leiding van de doorgewinterde schipper Van Urk was de sleepboot in zwaar weer op weg naar de gestrande klipperaak “Rival”, een machtig schip dat gevangen zat in de greep van de onheilspellende wateren rondom de zandbank “De Tabbe”.

Zelfs toen ze zich ervan bewust waren dat hun eigen schip te groot was om de ondiepe wateren rond de zandbank te doorkruisen, lieten kapitein Van Urk en zijn bemanning zich niet ontmoedigen. Met onverschrokken vastberadenheid liet Van Urk een sloep te water om het gestrande schip te bereiken. Ondanks de verraderlijke golven en de meedogenloze oostelijke wind die over de zee raasde, bestuurden Van Urk, machinist S.J. Van Dijk en bootwerker J.W. Grobbe de sloep naar de “Rival”.

Bij aankomst ontdekten ze dat er al enige Hinderlooper vissers ter plaatse waren, die druk bezig waren om de lading van de “Rival” te lossen in een poging het schip vlot te trekken. Hierbij werden steunen, puin en zand over boord gegooid in afwachting van het opkomende hoogwater. Met het vertrouwen dat de Hinderlooper vissers de situatie onder controle hadden, nam Van Urk het besluit om terug te keren naar de “Voorwaarts”.

Het vallen van de nacht en de steeds sterker wordende wind veranderden echter hun terugtocht in een nachtmerrie. De sloep kwam nooit terug bij de “Voorwaarts”. Toen de zon opkwam en de dag aanbrak, kreeg de overgebleven bemanning van de sleepboot – dekknecht S. Nederhoed en stoker J. Sikkema – een angstig vermoeden dat hun collega’s nooit waren teruggekeerd.

Terwijl de “Voorwaarts” zijn treurige weg terug naar de haven van Stavoren maakte, kwam de “Rival” eindelijk los uit de dodelijke greep van “De Tabbe”. Het verdrietige nieuws over het tragische lot van de dappere bemanning van de sloep verspreidde zich snel en de gemeenschap was in diepe rouw gedompeld.

Een daaropvolgende zoektocht met de sleepboot “Nita” en een reddingboot bleef zonder resultaat. Evert van Urk, 42 jaar oud, liet een weduwe en vier kinderen achter; J.S. van Dijk, 26 jaar oud, liet een weduwe en twee kinderen achter; en J.W. Grobbe, 40 jaar oud, liet een weduwe en acht kinderen achter.

De tragische gebeurtenissen van die koude winterdag in februari 1916 blijven een pijnlijke herinnering aan de wreedheid en onvoorspelbaarheid van de zee, en aan de ongelooflijke moed en zelfopoffering van de mannen die hun leven riskeerden in het uitvoeren van hun taken.

[cool-content-timeline layout=”default” designs=”default” skin=”default” post-type=”post” taxonomy=”category” post-category=”reddingen” date-format=”F j” based=”default” pagination=”default” filters=”no” icons=”YES” animation=”fade-up” show-posts=”100″ story-content=”short” order=”ASC”]